Mens- en dierkunde staat er in het leerplan van de steinerscholen bij het vak Wereldoriëntatie in de vierde klas en worden beeldend weergegeven door het ‘sterrenmannetje’ met zijn hoofd als zon, de romp als maansikkel, en de ledematen als sterren. De kinderen krijgen levendige beelden en verhalen van de dierenwereld, maar over menskunde wordt in het leerplan niet meer gerept. Toch geeft Rudolf Steiner aan dat ‘u alles aan de mens zal moeten relateren. Tenslotte zal alles wat het kind in zich opneemt moeten uitmonden in de idee van de mens.’
Met andere woorden: menskunde is niet in het leerplan opgenomen omdat het doorheen het héle leerplan en de héle schoolwerking aanwezig is.
Door de verhalen (cultuurbeschouwing) krijgen de kinderen de hele cultuurgeschiedenis van de mensheid te horen. Deze verhalen zijn tevens de aanknopingspunten om het over de mens in zijn totale ontwikkeling te hebben. Gilgamesj – het oudste neergeschreven verhaal van de mensheid – stelt direct de meest prangende vragen over leven en dood. De Griekse mythen onthullen hoe de mens zich de wereld eigen maakt. De Romeinse sagen spreken over moed en opoffering. In plantkunde vernemen de kinderen dat ademhaling en voortplanting van de mens in bepaalde opzichten tegengesteld zijn aan deze van de planten.
Het hoofdstuk over kalk in de mineralogieperiode leidt naar de ontdekking van het menselijk skelet. De spijsvertering van de herkauwers, maar ook die van de vogels, hebben aspecten die verschillen van de menselijke. De klasleraar vertelt over de typische voedingsgewoonten van verschillende dieren en vergelijkt ze met de mens. Hetzelfde geldt voor de zintuigen: het scherpe oog van de adelaar, de opvallende reukzin van de hond, het fabelachtige gehoor van de vleermuis, de tastzin van het paard. In de licht- en kleurenleer (fysica) ondervinden de kinderen dat de menselijke zintuigen misleid kunnen worden, maar dat ze ook tot wetenschappelijke ontdekkingen en kunstzinnige uitingen kunnen leiden.
Het eerste rekenen begint met delen, eerst weggeven, dan optellen: wiskunde is altruïstisch. Eén onderwerp in de wiskunde – de binaire getallen – leidt tot het verrassende resultaat dat we allemaal familie van elkaar zijn. In aardrijkskunde vergeten we niet dat alle mensen economisch met elkaar verbonden zijn, ongeacht hun etnische afkomst. De lessen lichamelijke opvoeding laten de kinderen ervaren hoe het spierstelsel in elkaar zit, maar wekken ook bewustzijn voor ademhaling, training, uithoudingsvermogen en samenwerking.
En net die samenwerking is een van de mooiste aspecten van deze pedagogie, want via alle kunstzinnige activiteiten die in elk vak en elke les aan bod komen, leren de kinderen samenwerken en leren ze waardering voor elkaars werk en talenten opbrengen. Menskunde is het meest verborgen vak in het leerplan, maar het meest aanwezige in de praktijk van het lesgeven; het doordringt elk vak en elke les.

Terug naar De pedagogie