De eerste schooldag

De eerste schooldag is altijd een feestelijke gebeurtenis. Onze eersteklassers worden met veel warmte onthaald en – in tegenstelling tot de ouders van de andere klassen – mogen de ouders van de eersteklassers samen met juf Hannelore hun kinderen vergezellen naar hun klaslokaal. Nadien kunnen zij in de foyer terecht voor koffie of thee tot het openingsfeest begint.
Dit gebeurt om 9.15 u in de euritmiezaal met alle klassen samen. De eersteklassers krijgen een meter/peter toegewezen: een zesdeklasser die hen een zonnebloem overhandigt. Voor de eersteklassers zal deze zesdeklasser een vertrouwenspersoon zijn die hen de eerste dagen door het reilen en zeilen van de school loodst. Voor de zesdeklassers is dit een mooie oefening in verantwoordelijkheid nemen, een eigenschap die hij zich dit jaar meer en meer eigen zal maken.
Daarna vertelt iedere leerkracht een verhaal uit de vertelstof die hij dit jaar in zijn klas zal behandelen.

Eerste klas: sprookjes
In de sprookjes, de volkssprookjes, krijgt de eersteklasser in beeld aangeboden wat hij allemaal kan leren op zijn levensweg. Beelden van grote en kleine ontwikkelingen, van strijd en liefde, van moed.

Tweede klas: fabels en legenden
De fabels tonen alle mogelijke ondeugden die een mens zo al kan hebben: ijdelheid, domheid, gewelddadigheid, list, … Het kind herkent onbewust zijn tekortkomingen in de fabels. Maar in de heiligenverhalen leert hij hoe een mens de strijd kan aangaan met zijn zwakheden, hoe hij deugden ontwikkelt en welk een zegen van die mens kan uitgaan.

Derde klas: het Oude Testament
Hiermee krijgt het kind een voorproefje van het eigenlijke geschiedenisonderwijs. Het Oude Testament is de geschiedenis van een volk, die zoals steeds begint met mythologie. Het joodse volk vervult een brandpuntfunctie in de geschiedenis van de mensheid. Alles wat ‘des mensen’ is, komt in dit boek voor: alle kracht en schoonheid, maar ook alle mindere fraaie kanten.

Vierde klas: goden en heldensagen uit de Germaanse tijd
In deze verhalen leeft sterk de stemming die bij het kind van deze leeftijd overheerst: het verdwijnen van de godenwereld, van de fantasiewereld. De moed van helden en goden die strijdend ten ondergaan, vindt de sterkste weerklank in de ziel. Na de godenschemering treedt echter een nieuw tijdperk aan van hoop en verwachting.

Vijfde klas: voorchristelijke culturen tot en met geschiedenis van Griekenland
De vertelstof gaat over in geschiedenis. Het tienjarige kind beleeft een harmonie die de schoonheid van het Griekse ideaal benadert.

Zesde klas: Romeinse geschiedenis en christelijke middeleeuwen als uitvloeisel van de Romeinse beschaving. De geschiedenis wordt beeldend verteld.

Daarna gaat iedereen naar het Regenboogparkje en spelen we kringspelen. De eerste- en zesdeklassers samen, de andere klassen per klas.
De dag eindigt om 15.10 u.

Terug naar De pedagogie